Vertaling van kiem

Inhoud:

Nederlands

kiem, embryo [o] {zn.}

kiem
embryo [o] {zn.}

kiem {zn.}

kiem (de ~) {zn.}

oog [o], zaadkiem, zaad, kiem {zn.}

oog [o]
zaadkiem
zaad
kiem {zn.}

Oog om oog, tand om tand.

Mijn oog is opgezwollen.

begin [o] (het ~), wortel [m] (de ~), oorsprong [m] (de ~), origine [v] (de ~), kiem [m] (de ~), oerbron {zn.}

begin [o] (het ~)
wortel [m] (de ~)
oorsprong [m] (de ~)
origine [v] (de ~)
kiem [m] (de ~)
oerbron {zn.}

Het konijn eet de wortel.

Geld is de wortel van alle kwaad.