Vertaling van kramp

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
kramp, stuip, stuiptrekking [v] {zn.}
kramp
stuip
stuiptrekking [v] {zn.}
Ik kreeg kramp in mijn been tijdens het zwemmen.
Ik kreeg kramp in mijn been tijdens het zwemmen.
kramp {zn.}
kramp {zn.}
kramp, nietje [o], klamp, haakje [o] {zn.}
kramp
nietje [o]
klamp
haakje [o] {zn.}
kramp [m] (de ~), spierkramp [m] (de ~), krimping {zn.}
kramp [m] (de ~)
spierkramp [m] (de ~)
krimping {zn.}
kramp {zn.}
kramp {zn.}


Gerelateerd aan kramp

stuip - stuiptrekking - nietje - klamp - haakje - spierkramp - krimpingstoornis - verbindingsstuk