Vertaling van luik

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
luik {zn.}
luik {zn.}
Luik [o] {zn.}
Luik [o] {zn.}
valluik, luik {zn.}
valluik
luik {zn.}
blind [o], vensterblind, luik {zn.}
blind [o]
vensterblind
luik {zn.}
Hij werd blind.
Hij werd blind.
Liefde is blind.
Liefde is blind.
blind [o], vensterblind, luik {zn.}
blind [o]
vensterblind
luik {zn.}
Het arme meisje werd blind.
Het arme meisje werd blind.
Liefde is van nature blind.
Liefde is van nature blind.
scheepsluik, luik {zn.}
scheepsluik
luik {zn.}
valdeur, valluik, luik {zn.}
valdeur
valluik
luik {zn.}
luiken {ww.}
luiken {ww.}

ik luik
jij luikt
hij/zij/het luikt

ik luik
jij luikt
hij/zij/het luikt
» meer vervoegingen van luiken

luiken {ww.}
luiken {ww.}

ik luik
jij luikt
hij/zij/het luikt

ik luik
jij luikt
hij/zij/het luikt
» meer vervoegingen van luiken



Gerelateerd aan luik

Luik - valluik - blind - vensterblind - scheepsluik - valdeur - luikendichtgaan - dichtmaken