Vertaling van dichtgaan

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
sluiten, dichtgaan, zich sluiten, toevallen, toegroeien, toegaan {ww.}
sluiten
dichtgaan
zich sluiten
toevallen
toegroeien
toegaan {ww.}

hij/zij/het zal dichtgaan
hij/zij/het zal dichtgaan
zij zult dichtgaan

hij/zij/het zal sluiten
hij/zij/het zou sluiten
zij zullen sluiten
» meer vervoegingen van sluiten

We hoorden de deur dichtgaan.
We hoorden de deur dichtgaan.
Wilt ge zo goed zijn het venster te sluiten?
Wilt ge zo goed zijn het venster te sluiten?
dichtgaan {ww.}
dichtgaan {ww.}

hij/zij/het zal dichtgaan
zij zult dichtgaan
hij/zij/het zal dichtgaan

hij/zij/het zal dichtgaan
zij zult dichtgaan
hij/zij/het zal dichtgaan
» meer vervoegingen van dichtgaan

helen, dichtgaan, toegroeien {ww.}
helen
dichtgaan
toegroeien {ww.}

hij/zij/het zal dichtgaan
zij zult dichtgaan
hij/zij/het zal dichtgaan

hij/zij/het zal helen
zij zullen helen
hij/zij/het zou helen
» meer vervoegingen van helen

Helen is zeventien jaar oud.
Helen is zeventien jaar oud.
Helen speelt in de tuin.
Helen speelt in de tuin.


Gerelateerd aan dichtgaan

sluiten - zich sluiten - toevallen - toegroeien - toegaan - helenveranderen - bewegen