Vertaling van nering

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
zaak, handel, transactie, negotie, nering [v], koopmanschap [o] {zn.}
zaak
handel
transactie
negotie
nering [v]
koopmanschap [o] {zn.}
Zaak opgelost!
Zaak opgelost!
De zaak wordt gesloten.
De zaak wordt gesloten.
zaak, winkel [m] (de ~), shop [m] (de ~), nering [v] (de ~) {zn.}
zaak
winkel [m] (de ~)
shop [m] (de ~)
nering [v] (de ~) {zn.}
De winkel verkoopt groenten.
De winkel verkoopt groenten.
Hij ging naar de winkel.
Hij ging naar de winkel.


Gerelateerd aan nering

zaak - handel - transactie - negotie - koopmanschap - winkel - shopruimte - winkelpand