Vertaling van nucleus

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
nucleus, kern [v] {zn.}
nucleus
kern [v] {zn.}
kern, nucleus [m] (de ~), celkern [m] (de ~) {zn.}
kern
nucleus [m] (de ~)
celkern [m] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan nucleus

kern - celkernkern - chromosoom - kernlichaampje