Vertaling van oneffenheid

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
oneffenheid, onregelmatigheid [v] (de ~) {zn.}
oneffenheid
onregelmatigheid [v] (de ~) {zn.}
oneffenheid [v] (de ~) {zn.}
oneffenheid [v] (de ~) {zn.}
schraalheid [v], ruigheid [v], ruwheid [v], oneffenheid [v] {zn.}
schraalheid [v]
ruigheid [v]
ruwheid [v]
oneffenheid [v] {zn.}
bult [m], oneffenheid [v], bobbel [m] {zn.}
bult [m]
oneffenheid [v]
bobbel [m] {zn.}
rimpel, oneffenheid {zn.}
rimpel
oneffenheid {zn.}


Gerelateerd aan oneffenheid

onregelmatigheid - schraalheid - ruigheid - ruwheid - bult - bobbel - rimpelafdwaling - onregelmatigheid - ongelijkheid - oppervlakte