Vertaling van opjagen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
opjagen {ww.}
opjagen {ww.}
ik zal opjagen
ik zou opjagen
jij zult opjagen
ik zal opjagen
ik zou opjagen
jij zult opjagen
» meer vervoegingen van opjagen
drijven, voortdrijven, opjagen, aandrijven {ww.}
drijven
voortdrijven
opjagen
aandrijven {ww.}
voortdrijven
opjagen
aandrijven {ww.}
ik zal aandrijven
ik zou aandrijven
jij zult aandrijven
ik zal drijven
ik zou drijven
jij zult drijven
» meer vervoegingen van drijven
Het recht tot op de spits drijven is het onrecht tot op de spits drijven
Het recht tot op de spits drijven is het onrecht tot op de spits drijven
opjagen {ww.}
opjagen {ww.}
ik zal opjagen
ik zou opjagen
jij zult opjagen
ik zal opjagen
ik zou opjagen
jij zult opjagen
» meer vervoegingen van opjagen
opporren, pressen, opjagen, opjuinen, opjutten {ww.}
opporren
pressen
opjagen
opjuinen
opjutten {ww.}
pressen
opjagen
opjuinen
opjutten {ww.}
ik zal opjagen
ik zou opjagen
jij zult opjagen
ik zal opporren
ik zou opporren
jij zult opporren
» meer vervoegingen van opporren
opfokken, opvoeren, opdrijven, opschroeven, opjagen, omhoogdrijven {ww.}
opfokken
opvoeren
opdrijven
opschroeven
opjagen
omhoogdrijven {ww.}
opvoeren
opdrijven
opschroeven
opjagen
omhoogdrijven {ww.}
ik zal omhoogdrijven
ik zou omhoogdrijven
jij zult omhoogdrijven
ik zal opfokken
ik zou opfokken
jij zult opfokken
» meer vervoegingen van opfokken