Vertaling van drijven
voortdrijven
opjagen
aandrijven {ww.}
ik drijf aan
jij drijft aan
hij/zij/het drijft aan
ik drijf
jij drijft
hij/zij/het drijft
» meer vervoegingen van drijven
op drift zijn
afdrijven {ww.}
ik drijf af
jij drijft af
hij/zij/het drijft af
ik drijf
jij drijft
hij/zij/het drijft
» meer vervoegingen van drijven
vlotten
dobberen {ww.}
ik dobber
jij dobbert
hij/zij/het dobbert
ik drijf
jij drijft
hij/zij/het drijft
» meer vervoegingen van drijven
praktizeren
uitoefenen {ww.}
ik drijf
jij drijft
hij/zij/het drijft
ik drijf
jij drijft
hij/zij/het drijft
» meer vervoegingen van drijven
baden
drijven {ww.}
ik baad
jij baadt
hij/zij/het baadt
ik zwem
jij zwemt
hij/zij/het zwemt
» meer vervoegingen van zwemmen
gedreven {ww.}
ik drijf
jij drijft
hij/zij/het drijft
ik drijf
jij drijft
hij/zij/het drijft
» meer vervoegingen van drijven
aanzetten
drijven
manen
aanjagen
pramen
instigeren
aanporren
aanmanen
aandrijven
aansporen {ww.}
ik drijf aan
jij drijft aan
hij/zij/het drijft aan
ik zet
jij zet
hij/zij/het zet
» meer vervoegingen van zetten
drijven
zweven {ww.}
ik drijf
jij drijft
hij/zij/het drijft
ik zeil
jij zeilt
hij/zij/het zeilt
» meer vervoegingen van zeilen
drijven {ww.}
ik blijf boven
jij blijft boven
hij/zij/het blijft boven
ik blijf boven
jij blijft boven
hij/zij/het blijft boven
» meer vervoegingen van bovenblijven
drijven {ww.}
ik drijf
jij drijft
hij/zij/het drijft
ik jaag
jij jaagt
hij/zij/het jaagt
» meer vervoegingen van jagen