Vertaling van bewerken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
bewerken {ww.}
bewerken {ww.}

ik bewerk
jij bewerkt
hij/zij/het bewerkt

ik bewerk
jij bewerkt
hij/zij/het bewerkt
» meer vervoegingen van bewerken

bewerken, herschrijven {ww.}
bewerken
herschrijven {ww.}

ik bewerk
jij bewerkt
hij/zij/het bewerkt

ik bewerk
jij bewerkt
hij/zij/het bewerkt
» meer vervoegingen van bewerken

bewerken {ww.}
bewerken {ww.}

ik bewerk
jij bewerkt
hij/zij/het bewerkt

ik bewerk
jij bewerkt
hij/zij/het bewerkt
» meer vervoegingen van bewerken

bewerken, maltraiteren, toetakelen, mishandelen {ww.}
bewerken
maltraiteren
toetakelen
mishandelen {ww.}

ik bewerk
jij bewerkt
hij/zij/het bewerkt

ik bewerk
jij bewerkt
hij/zij/het bewerkt
» meer vervoegingen van bewerken

kweken, bewerken, bebouwen {ww.}
kweken
bewerken
bebouwen {ww.}

ik bebouw
jij bebouwt
hij/zij/het bebouwt

ik kweek
jij kweekt
hij/zij/het kweekt
» meer vervoegingen van kweken

Mijn vader heeft als hobby het kweken van rozen.
Mijn vader heeft als hobby het kweken van rozen.
Ik wil goede groenten kweken, rijst, fruit enzovoort.
Ik wil goede groenten kweken, rijst, fruit enzovoort.
verwerken, bewerken {ww.}
verwerken
bewerken {ww.}

ik bewerk
jij bewerkt
hij/zij/het bewerkt

ik verwerk
jij verwerkt
hij/zij/het verwerkt
» meer vervoegingen van verwerken

De gebruikte methoden om stress te verwerken zijn verschillend van man tot vrouw: mannen zoeken hun toevlucht hoofdzakelijk in alcohol, terwijl vrouwen hun stress
De gebruikte methoden om stress te verwerken zijn verschillend van man tot vrouw: mannen zoeken hun toevlucht hoofdzakelijk in alcohol, terwijl vrouwen hun stress
verwerken, bewerken {ww.}
verwerken
bewerken {ww.}

ik bewerk
jij bewerkt
hij/zij/het bewerkt

ik verwerk
jij verwerkt
hij/zij/het verwerkt
» meer vervoegingen van verwerken

bewegen, overhalen, meekrijgen, bepraten, platpraten, omverpraten, omturnen, ompraten, bewerken {ww.}
bewegen
overhalen
meekrijgen
bepraten
platpraten
omverpraten
omturnen
ompraten
bewerken {ww.}

ik bepraat
jij bepraat
hij/zij/het bepraat

ik beweeg
jij beweegt
hij/zij/het beweegt
» meer vervoegingen van bewegen

Ze kan hem niet overhalen om voor haar een nieuwe auto te kopen.
Ze kan hem niet overhalen om voor haar een nieuwe auto te kopen.
Voelde je de aarde bewegen?
Voelde je de aarde bewegen?