Vertaling van bepraten
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
overreden, overhalen, bepraten {ww.}
overreden
overhalen
bepraten {ww.}
overhalen
bepraten {ww.}
ik bepraat
jij bepraat
hij/zij/het bepraat
ik overreed
jij overreedt
hij/zij/het overreedt
» meer vervoegingen van overreden
Ik werd bijna door een auto overreden.
Ik werd bijna door een auto overreden.
Ik werd bijna overreden door een auto.
Ik werd bijna overreden door een auto.
bespreken, behandelen, bepraten {ww.}
bespreken
behandelen
bepraten {ww.}
behandelen
bepraten {ww.}
ik behandel
jij behandelt
hij/zij/het behandelt
ik bespreek
jij bespreekt
hij/zij/het bespreekt
» meer vervoegingen van bespreken
Ze bespreken het probleem.
Ze bespreken het probleem.
Laten we dat probleem later bespreken.
Laten we dat probleem later bespreken.
bespreken, bepraten {ww.}
bespreken
bepraten {ww.}
bepraten {ww.}
ik bepraat
jij bepraat
hij/zij/het bepraat
ik bespreek
jij bespreekt
hij/zij/het bespreekt
» meer vervoegingen van bespreken
Er is nog een vraag die we moeten bespreken.
Er is nog een vraag die we moeten bespreken.
Zullen we dit bespreken onder een kop koffie?
Zullen we dit bespreken onder een kop koffie?
bewegen, overhalen, meekrijgen, bepraten, platpraten, omverpraten, omturnen, ompraten, bewerken {ww.}
bewegen
overhalen
meekrijgen
bepraten
platpraten
omverpraten
omturnen
ompraten
bewerken {ww.}
overhalen
meekrijgen
bepraten
platpraten
omverpraten
omturnen
ompraten
bewerken {ww.}
ik bepraat
jij bepraat
hij/zij/het bepraat
ik beweeg
jij beweegt
hij/zij/het beweegt
» meer vervoegingen van bewegen
Ze kan hem niet overhalen om voor haar een nieuwe auto te kopen.
Ze kan hem niet overhalen om voor haar een nieuwe auto te kopen.
Voelde je de aarde bewegen?
Voelde je de aarde bewegen?