Vertaling van bespreken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
bespreken, reserveren, intekenen {ww.}
bespreken
reserveren
intekenen {ww.}

ik bespreek
jij bespreekt
hij/zij/het bespreekt

ik bespreek
jij bespreekt
hij/zij/het bespreekt
» meer vervoegingen van bespreken

Ze bespreken het probleem.
Ze bespreken het probleem.
Ik zou graag drie plaatsen willen reserveren.
Ik zou graag drie plaatsen willen reserveren.
bespreken, recenseren {ww.}
bespreken
recenseren {ww.}

ik bespreek
jij bespreekt
hij/zij/het bespreekt

ik bespreek
jij bespreekt
hij/zij/het bespreekt
» meer vervoegingen van bespreken

Laten we dat probleem later bespreken.
Laten we dat probleem later bespreken.
Er is nog een vraag die we moeten bespreken.
Er is nog een vraag die we moeten bespreken.
bespreken, van gedachten wisselen, discuteren {ww.}
bespreken
van gedachten wisselen
discuteren {ww.}

ik bespreek
jij bespreekt
hij/zij/het bespreekt

ik bespreek
jij bespreekt
hij/zij/het bespreekt
» meer vervoegingen van bespreken

Zullen we dit bespreken onder een kop koffie?
Zullen we dit bespreken onder een kop koffie?
Ik zal het probleem uitvoerig met je bespreken.
Ik zal het probleem uitvoerig met je bespreken.
bespreken, behandelen, bepraten {ww.}
bespreken
behandelen
bepraten {ww.}

ik behandel
jij behandelt
hij/zij/het behandelt

ik bespreek
jij bespreekt
hij/zij/het bespreekt
» meer vervoegingen van bespreken

Een aangetaste tand/kies behandelen.
Een aangetaste tand/kies behandelen.
boeken, bespreken, reserveren, vrijhouden, openhouden {ww.}
boeken
bespreken
reserveren
vrijhouden
openhouden {ww.}

ik bespreek
jij bespreekt
hij/zij/het bespreekt

ik boek
jij boekt
hij/zij/het boekt
» meer vervoegingen van boeken

Wilt u alstublieft een kamer in de buurt van de internationale luchthaven in Toronto reserveren?
Wilt u alstublieft een kamer in de buurt van de internationale luchthaven in Toronto reserveren?
Deze boeken zijn mijn boeken.
Deze boeken zijn mijn boeken.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Ze bespreken het probleem.

Ze bespreken het probleem.

Laten we dat probleem later bespreken.

Laten we dat probleem later bespreken.

Er is nog een vraag die we moeten bespreken.

Er is nog een vraag die we moeten bespreken.

Zullen we dit bespreken onder een kop koffie?

Zullen we dit bespreken onder een kop koffie?

Ik zal het probleem uitvoerig met je bespreken.

Ik zal het probleem uitvoerig met je bespreken.