Vertaling van reserveren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
bespreken, reserveren, intekenen {ww.}
bespreken
reserveren
intekenen {ww.}

ik bespreek
jij bespreekt
hij/zij/het bespreekt

ik bespreek
jij bespreekt
hij/zij/het bespreekt
» meer vervoegingen van bespreken

Ze bespreken het probleem.
Ze bespreken het probleem.
Ik zou graag drie plaatsen willen reserveren.
Ik zou graag drie plaatsen willen reserveren.
boeken, bespreken, reserveren, vrijhouden, openhouden {ww.}
boeken
bespreken
reserveren
vrijhouden
openhouden {ww.}

ik bespreek
jij bespreekt
hij/zij/het bespreekt

ik boek
jij boekt
hij/zij/het boekt
» meer vervoegingen van boeken

Wilt u alstublieft een kamer in de buurt van de internationale luchthaven in Toronto reserveren?
Wilt u alstublieft een kamer in de buurt van de internationale luchthaven in Toronto reserveren?
Deze boeken zijn mijn boeken.
Deze boeken zijn mijn boeken.
ophouden, reserveren, weerhouden, terughouden, detineren {ww.}
ophouden
reserveren
weerhouden
terughouden
detineren {ww.}

ik detineer
jij detineert
hij/zij/het detineert

ik houd op
jij houdt op
hij/zij/het houdt op
» meer vervoegingen van ophouden

Het regende zonder ophouden.
Het regende zonder ophouden.
Laat ons ophouden.
Laat ons ophouden.
reserveren, achterhouden {ww.}
reserveren
achterhouden {ww.}

ik houd achter
jij houdt achter
hij/zij/het houdt achter

ik reserveer
jij reserveert
hij/zij/het reserveert
» meer vervoegingen van reserveren

reserveren, uittrekken, aanwijzen, toedenken, bestemmen, toebedenken {ww.}
reserveren
uittrekken
aanwijzen
toedenken
bestemmen
toebedenken {ww.}

ik wijs aan
jij wijst aan
hij/zij/het wijst aan

ik reserveer
jij reserveert
hij/zij/het reserveert
» meer vervoegingen van reserveren

Het is de bedoeling dat we onze schoenen uittrekken aan de ingang.
Het is de bedoeling dat we onze schoenen uittrekken aan de ingang.
"We geven geen kortingen," zei de vrouw streng, "ongeacht hoe klein. En wilt u nu alstublieft het pak uittrekken als u het zich niet kunt veroorloven?"
"We geven geen kortingen," zei de vrouw streng, "ongeacht hoe klein. En wilt u nu alstublieft het pak uittrekken als u het zich niet kunt veroorloven?"
bespreken, reserveren, afschrijven {ww.}
bespreken
reserveren
afschrijven {ww.}

ik schrijf af
jij schrijft af
hij/zij/het schrijft af

ik bespreek
jij bespreekt
hij/zij/het bespreekt
» meer vervoegingen van bespreken

Laten we dat probleem later bespreken.
Laten we dat probleem later bespreken.
Er is nog een vraag die we moeten bespreken.
Er is nog een vraag die we moeten bespreken.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Ik zou graag drie plaatsen willen reserveren.

Ik zou graag drie plaatsen willen reserveren.

Wilt u alstublieft een kamer in de buurt van de internationale luchthaven in Toronto reserveren?

Wilt u alstublieft een kamer in de buurt van de internationale luchthaven in Toronto reserveren?