Vertaling van ophouden
uitgaan
verlopen
uitraken
uitlopen
eindigen
aflopen {ww.}
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
ik zal ophouden
ik zou ophouden
jij zult ophouden
» meer vervoegingen van ophouden
uitstrekken
uitsteken
uitbreiden
strekken
rekken {ww.}
ik zal ophouden
ik zou ophouden
jij zult ophouden
ik zal ophouden
ik zou ophouden
jij zult ophouden
» meer vervoegingen van ophouden
aanlaten {ww.}
ik zal aanlaten
jij zult aanlaten
hij/zij/het zal aanlaten
ik zal ophouden
jij zult ophouden
hij/zij/het zal ophouden
» meer vervoegingen van ophouden
reserveren
weerhouden
terughouden
detineren {ww.}
ik zal detineren
ik zou detineren
jij zult detineren
ik zal ophouden
ik zou ophouden
jij zult ophouden
» meer vervoegingen van ophouden
ik zal ophouden
ik zou ophouden
jij zult ophouden
ik zal ophouden
ik zou ophouden
jij zult ophouden
» meer vervoegingen van ophouden
ophouden
wijken
uitscheiden
aflaten {ww.}
ik zal aflaten
ik zou aflaten
jij zult aflaten
ik zal stoppen
ik zou stoppen
jij zult stoppen
» meer vervoegingen van stoppen
Voorbeelden in zinsverband
Het regende zonder ophouden.
Het regende zonder ophouden.
Laat ons ophouden.
Laat ons ophouden.
Kun je alstublieft ophouden met zingen?
Kun je alstublieft ophouden met zingen?
Het regende de ganse dag zonder ophouden.
Het regende de ganse dag zonder ophouden.
Stel u voor dat ge begint te hikken en niet meer kunt ophouden.
Stel u voor dat ge begint te hikken en niet meer kunt ophouden.