Vertaling van aflopen
uitgaan
verlopen
uitraken
uitlopen
eindigen
aflopen {ww.}
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
ik zal ophouden
ik zou ophouden
jij zult ophouden
» meer vervoegingen van ophouden
overgaan
schalmen
kleppen
galmen
beieren
aflopen {ww.}
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
ik zal luiden
ik zou luiden
jij zult luiden
» meer vervoegingen van luiden
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
» meer vervoegingen van aflopen
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
» meer vervoegingen van aflopen
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
» meer vervoegingen van aflopen
zich bukken
overhellen
hellen
aflopen {ww.}
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
ik zal buigen
ik zou buigen
jij zult buigen
» meer vervoegingen van buigen
aflopen
doorgaan
gaan door {ww.}
ik zal afleggen
jij zult afleggen
hij/zij/het zal afleggen
ik zal afleggen
jij zult afleggen
hij/zij/het zal afleggen
» meer vervoegingen van afleggen
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
» meer vervoegingen van aflopen
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
» meer vervoegingen van aflopen
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
» meer vervoegingen van aflopen
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
» meer vervoegingen van aflopen
aflopen
hellen {ww.}
hij/zij/het zal afhellen
hij/zij/het zal afhellen
zij zult afhellen
hij/zij/het zal afhellen
hij/zij/het zal afhellen
zij zult afhellen
» meer vervoegingen van afhellen
aflopen {ww.}
ik zal aflopen
ik zou aflopen
jij zult aflopen
ik zal ratelen
ik zou ratelen
jij zult ratelen
» meer vervoegingen van ratelen