Vertaling van vaststellen
constateren
bevinden {ww.}
ik zal bevinden
ik zou bevinden
jij zult bevinden
ik zal vaststellen
ik zou vaststellen
jij zult vaststellen
» meer vervoegingen van vaststellen
bevestigen
bepalen
vastmaken
tuigeren
fixeren {ww.}
ik zal bepalen
jij zult bepalen
hij/zij/het zal bepalen
ik zal vaststellen
jij zult vaststellen
hij/zij/het zal vaststellen
» meer vervoegingen van vaststellen
bepalen {ww.}
ik zal bepalen
ik zou bepalen
jij zult bepalen
ik zal vaststellen
ik zou vaststellen
jij zult vaststellen
» meer vervoegingen van vaststellen
constateren {ww.}
ik zal constateren
ik zou constateren
jij zult constateren
ik zal vaststellen
ik zou vaststellen
jij zult vaststellen
» meer vervoegingen van vaststellen
vaststellen
bepalen {ww.}
ik zal bepalen
ik zou bepalen
jij zult bepalen
ik zal stellen
ik zou stellen
jij zult stellen
» meer vervoegingen van stellen
Voorbeelden in zinsverband
We zullen eerst de oorzaak van de ramp vaststellen.
We zullen eerst de oorzaak van de ramp vaststellen.
We zouden enkele basisregels moeten vaststellen voor we eraan beginnen.
We zouden enkele basisregels moeten vaststellen voor we eraan beginnen.