Vertaling van opkopen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
zich toe-eigenen, zich meester maken van, beslag leggen op, opkopen, accapareren, klempraten {ww.}
zich toe-eigenen
zich meester maken van
beslag leggen op
opkopen
accapareren
klempraten {ww.}
zich meester maken van
beslag leggen op
opkopen
accapareren
klempraten {ww.}
ik zal accapareren
jij zult accapareren
hij/zij/het zal accapareren
ik zal opkopen
jij zult opkopen
hij/zij/het zal opkopen
» meer vervoegingen van opkopen
wegkopen, opkopen {ww.}
wegkopen
opkopen {ww.}
opkopen {ww.}
ik zal opkopen
ik zou opkopen
jij zult opkopen
ik zal wegkopen
ik zou wegkopen
jij zult wegkopen
» meer vervoegingen van wegkopen