Vertaling van pulken
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
pulken, vingeren, peuteren {ww.}
pulken
vingeren
peuteren {ww.}
vingeren
peuteren {ww.}
ik peuter
jij peutert
hij/zij/het peutert
ik pulk
jij pulkt
hij/zij/het pulkt
» meer vervoegingen van pulken
peuteren, pulken, punniken, peuren {ww.}
peuteren
pulken
punniken
peuren {ww.}
pulken
punniken
peuren {ww.}
ik peur
jij peurt
hij/zij/het peurt
ik peuter
jij peutert
hij/zij/het peutert
» meer vervoegingen van peuteren