Vertaling van ruiling

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
ruiling {zn.}
ruiling {zn.}
ruil [m] (de ~), verruiling, ruiling {zn.}
ruil [m] (de ~)
verruiling
ruiling {zn.}
Ik gaf hem drie boeken in ruil voor z'n hulp.
Ik gaf hem drie boeken in ruil voor z'n hulp.


Gerelateerd aan ruiling

ruil - verruilingdelegering - uitwisseling