Vertaling van schemeren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
schemeren {ww.}
schemeren {ww.}
hij/zij/het schemert
zij schemeren
hij/zij/het schemert
zij schemeren
» meer vervoegingen van schemeren
schemeren {ww.}
schemeren {ww.}
hij/zij/het schemert
zij schemeren
hij/zij/het schemert
zij schemeren
» meer vervoegingen van schemeren
schemeren {ww.}
schemeren {ww.}
hij/zij/het schemert
zij schemeren
hij/zij/het schemert
zij schemeren
» meer vervoegingen van schemeren
knipperen, blikkeren, schemeren, flikkeren {ww.}
knipperen
blikkeren
schemeren
flikkeren {ww.}
blikkeren
schemeren
flikkeren {ww.}
hij/zij/het blikkert
zij blikkeren
ik flikker
hij/zij/het knippert
zij knipperen
ik knipper
» meer vervoegingen van knipperen