Vertaling van zijn
wezen {ww.}
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn
bestaan
existentie {zn.}
z'n
zijne {bez. vnw.}
wezen
wezenheid {zn.}
wezen {zn.}
'r
d'r
z'n
haar
zijne
hare {bez. vnw.}
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn
wezen {ww.}
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn
uitmaken
vormen {ww.}
ik maak uit
jij maakt uit
hij/zij/het maakt uit
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn
ophouden
bezighouden
occuperen {ww.}
ik houd bezig
jij houdt bezig
hij/zij/het houdt bezig
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
ik ben
jij bent
hij/zij/het is
» meer vervoegingen van zijn
bedragen
komen
kosten
maken
worden
belopen {ww.}
hij/zij/het bedraagt
zij bedragen
ik beloop
hij/zij/het is
zij zijn
ik ben
» meer vervoegingen van zijn
hun
zijn
heur
z'n
'r
d'r {bez. vnw.}
toeven
vertoeven
verwijlen
zijn
zitten
bevinden
wezen
ophouden
verkeren
uithangen {ww.}
ik bevind
jij bevindt
hij/zij/het bevindt
ik poos
jij poost
hij/zij/het poost
» meer vervoegingen van pozen
Voorbeelden in zinsverband
Zijn schoenen zijn bruin.
Zijn schoenen zijn bruin.
Zijn voorspellingen zijn uitgekomen.
Zijn voorspellingen zijn uitgekomen.
Programmeertalen zijn zijn hobby.
Programmeertalen zijn zijn hobby.
Zijn ogen zijn groter dan zijn maag.
Zijn ogen zijn groter dan zijn maag.
Zijn kinderen zijn groot geworden.
Zijn kinderen zijn groot geworden.
Zijn beide ouders zijn dood.
Zijn beide ouders zijn dood.
Zijn beelden zijn erg beroemd.
Zijn beelden zijn erg beroemd.
Zijn beide grootvaders zijn dood.
Zijn beide grootvaders zijn dood.
Zowel zijn vader als moeder zijn gestorven.
Zowel zijn vader als moeder zijn gestorven.
Zijn jullie voor of tegen zijn idee?
Zijn jullie voor of tegen zijn idee?
Zijn toestand had erger kunnen zijn.
Zijn toestand had erger kunnen zijn.
Wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht.
Wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht.
Zijn vader schijnt advokaat te zijn.
Zijn vader schijnt advokaat te zijn.
Zijn ideeën zijn moeilijk te begrijpen.
Zijn ideeën zijn moeilijk te begrijpen.
Tien jaar zijn verstreken sinds zijn dood.
Tien jaar zijn verstreken sinds zijn dood.