Vertaling van passeren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
negeren, wegcijferen, passeren, onder tafel schuiven {ww.}
negeren
wegcijferen
passeren
onder tafel schuiven {ww.}

ik negeer
jij negeert
hij/zij/het negeert

ik negeer
jij negeert
hij/zij/het negeert
» meer vervoegingen van negeren

Als de telefoon opnieuw gaat, wil ik hem negeren.
Als de telefoon opnieuw gaat, wil ik hem negeren.
Noch betaamt het (de dokter) het temperament van de zieke man te negeren
Noch betaamt het (de dokter) het temperament van de zieke man te negeren
tegenkomen, passeren {ww.}
tegenkomen
passeren {ww.}

ik passeer
jij passeert
hij/zij/het passeert

ik kom tegen
jij komt tegen
hij/zij/het komt tegen
» meer vervoegingen van tegenkomen

inhalen, voorbijvaren, voorbijrijden, passeren {ww.}
inhalen
voorbijvaren
voorbijrijden
passeren {ww.}

ik haal in
jij haalt in
hij/zij/het haalt in

ik haal in
jij haalt in
hij/zij/het haalt in
» meer vervoegingen van inhalen

Ik moet de verloren tijd inhalen.
Ik moet de verloren tijd inhalen.
Het maakt niet uit hoe snel je wandelt, je kan hem niet inhalen.
Het maakt niet uit hoe snel je wandelt, je kan hem niet inhalen.
voorbijgaan, voorbijlopen, passeren, langsgaan {ww.}
voorbijgaan
voorbijlopen
passeren
langsgaan {ww.}

ik ga langs
jij gaat langs
hij/zij/het gaat langs

ik ga voorbij
jij gaat voorbij
hij/zij/het gaat voorbij
» meer vervoegingen van voorbijgaan

Water kun je drinken, maar je kunt er ook aan voorbijgaan.
Water kun je drinken, maar je kunt er ook aan voorbijgaan.
tegenkomen, passeren {ww.}
tegenkomen
passeren {ww.}

ik passeer
jij passeert
hij/zij/het passeert

ik kom tegen
jij komt tegen
hij/zij/het komt tegen
» meer vervoegingen van tegenkomen