Vertaling van wezenheid
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
wezen , kern , essentie , wezenheid , essence {zn.}
wezen
kern
essentie
wezenheid
essence {zn.}
kern
essentie
wezenheid
essence {zn.}
Ik ben vandaag bloed wezen geven.
Ik ben vandaag bloed wezen geven.
De oorlog is in wezen voorbij.
De oorlog is in wezen voorbij.
zijn, wezen , wezenheid {zn.}
zijn
wezen
wezenheid {zn.}
wezen
wezenheid {zn.}
Zijn schoenen zijn bruin.
Zijn schoenen zijn bruin.
Zijn voorspellingen zijn uitgekomen.
Zijn voorspellingen zijn uitgekomen.
werkelijkheid , realiteit , wezenlijkheid , wezenheid {zn.}
werkelijkheid
realiteit
wezenlijkheid
wezenheid {zn.}
realiteit
wezenlijkheid
wezenheid {zn.}
Realiteit en fantasie zijn moeilijk te onderscheiden.
Realiteit en fantasie zijn moeilijk te onderscheiden.
De droom is werkelijkheid geworden.
De droom is werkelijkheid geworden.