Vertaling van essentie

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
wezen [o], kern [v], essentie [v], wezenheid [v], essence [v] {zn.}
wezen [o]
kern [v]
essentie [v]
wezenheid [v]
essence [v] {zn.}
Ik ben vandaag bloed wezen geven.
Ik ben vandaag bloed wezen geven.
De oorlog is in wezen voorbij.
De oorlog is in wezen voorbij.
grond, wezen [o] (het ~), substantie [v] (de ~), primaat [o] (het ~), zwaartepunt [o] (het ~), kwintessens [m] (de ~), kernpunt, hypostase, hoofdzaak [m] (de ~), hoofdpunt [o] (het ~), essentie [v] (de ~), essentialia, kern [m] (de ~) {zn.}
grond
wezen [o] (het ~)
substantie [v] (de ~)
primaat [o] (het ~)
zwaartepunt [o] (het ~)
kwintessens [m] (de ~)
kernpunt
hypostase
hoofdzaak [m] (de ~)
hoofdpunt [o] (het ~)
essentie [v] (de ~)
essentialia
kern [m] (de ~) {zn.}
De plank vroor aan de grond vast.
De plank vroor aan de grond vast.
De oude man viel op de grond.
De oude man viel op de grond.


Gerelateerd aan essentie

wezen - kern - wezenheid - essence - grond - substantie - primaat - zwaartepunt - kwintessens - kernpunt - hypostase - hoofdzaak - hoofdpunt - essentialiadeel