Vertaling van substantie
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
stof, spul, substantie , zelfstandigheid , goedje {zn.}
stof
spul
substantie
zelfstandigheid
goedje {zn.}
spul
substantie
zelfstandigheid
goedje {zn.}
Deze stof houdt zich goed.
Deze stof houdt zich goed.
Hij is allergisch voor stof.
Hij is allergisch voor stof.
voet , grond , ondergrond , grondslag , substantie , basis , pijler, initia, hoeksteen, fundament {zn.}
voet
grond
ondergrond
grondslag
substantie
basis
pijler
initia
hoeksteen
fundament {zn.}
grond
ondergrond
grondslag
substantie
basis
pijler
initia
hoeksteen
fundament {zn.}
Ik ga te voet naar school.
Ik ga te voet naar school.
De jongen stond expres op mijn voet.
De jongen stond expres op mijn voet.
grond, wezen , substantie , primaat , zwaartepunt , kwintessens , kernpunt, hypostase, hoofdzaak , hoofdpunt , essentie , essentialia, kern {zn.}
grond
wezen
substantie
primaat
zwaartepunt
kwintessens
kernpunt
hypostase
hoofdzaak
hoofdpunt
essentie
essentialia
kern {zn.}
wezen
substantie
primaat
zwaartepunt
kwintessens
kernpunt
hypostase
hoofdzaak
hoofdpunt
essentie
essentialia
kern {zn.}
Ik ben vandaag bloed wezen geven.
Ik ben vandaag bloed wezen geven.
De oorlog is in wezen voorbij.
De oorlog is in wezen voorbij.
stof , substantie , materie {zn.}
stof
substantie
materie {zn.}
substantie
materie {zn.}
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
We zijn stof en schaduw
We zijn stof en schaduw