Vertaling van basis

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
basis, onderkant, onderzijde {zn.}
basis
onderkant
onderzijde {zn.}
grond [m], grondvlak, grondslag, basis {zn.}
grond [m]
grondvlak
grondslag
basis {zn.}
De plank vroor aan de grond vast.
De plank vroor aan de grond vast.
De oude man viel op de grond.
De oude man viel op de grond.
basis [v] (de ~), grondstof [m] (de ~), hoofdbestanddeel {zn.}
basis [v] (de ~)
grondstof [m] (de ~)
hoofdbestanddeel {zn.}
fundament [o], grondslag, basis [v] {zn.}
fundament [o]
grondslag
basis [v] {zn.}
basis [v] (de ~) {zn.}
basis [v] (de ~) {zn.}
basis [v] (de ~), achterban [m] (de ~) {zn.}
basis [v] (de ~)
achterban [m] (de ~) {zn.}
basis [v] (de ~) {zn.}
basis [v] (de ~) {zn.}
basis [v] (de ~) {zn.}
basis [v] (de ~) {zn.}
voet [m] (de ~), grond [m] (de ~), ondergrond [m] (de ~), grondslag [m] (de ~), substantie [v] (de ~), basis [v] (de ~), pijler, initia, hoeksteen, fundament [o] (het ~) {zn.}
voet [m] (de ~)
grond [m] (de ~)
ondergrond [m] (de ~)
grondslag [m] (de ~)
substantie [v] (de ~)
basis [v] (de ~)
pijler
initia
hoeksteen
fundament [o] (het ~) {zn.}
Ik ga te voet naar school.
Ik ga te voet naar school.
De jongen stond expres op mijn voet.
De jongen stond expres op mijn voet.
grondslag [m] (de ~), grondvesting, basis [v] (de ~), grondvest [m] (de ~), fundering [v] (de ~), fondering, fondement, fundament [o] (het ~) {zn.}
grondslag [m] (de ~)
grondvesting
basis [v] (de ~)
grondvest [m] (de ~)
fundering [v] (de ~)
fondering
fondement
fundament [o] (het ~) {zn.}