Vertaling van pijler

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
steunpilaar, pijler {zn.}
steunpilaar
pijler {zn.}
voet [m] (de ~), grond [m] (de ~), ondergrond [m] (de ~), grondslag [m] (de ~), substantie [v] (de ~), basis [v] (de ~), pijler, initia, hoeksteen, fundament [o] (het ~) {zn.}
voet [m] (de ~)
grond [m] (de ~)
ondergrond [m] (de ~)
grondslag [m] (de ~)
substantie [v] (de ~)
basis [v] (de ~)
pijler
initia
hoeksteen
fundament [o] (het ~) {zn.}
Ik ga te voet naar school.
Ik ga te voet naar school.
De jongen stond expres op mijn voet.
De jongen stond expres op mijn voet.
schraagpijler, steunpilaar [m] (de ~), pijler [m] (de ~) {zn.}
schraagpijler
steunpilaar [m] (de ~)
pijler [m] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan pijler

steunpilaar - voet - grond - ondergrond - grondslag - substantie - basis - initia - hoeksteen - fundament - schraagpijlerbeginsel - pilaar - steun