Vertaling van stof
zelfstandigheid
materie {zn.}
spul
substantie
zelfstandigheid
goedje {zn.}
onderwerp
thema
apropos {zn.}
weefsel {zn.}
onderwerp
subject {zn.}
zwetsen
snorken
snoeven
pochen
opscheppen
bluffen {ww.}
ik bluf
jij bluft
hij/zij/het bluft
ik stof
jij stoft
hij/zij/het stoft
» meer vervoegingen van stoffen
afstoffen
stof afnemen {ww.}
ik stof af
jij stoft af
hij/zij/het stoft af
ik stof
jij stoft
hij/zij/het stoft
» meer vervoegingen van stoffen
afstoffen {ww.}
ik stof af
jij stoft af
hij/zij/het stoft af
ik stof
jij stoft
hij/zij/het stoft
» meer vervoegingen van stoffen
Voorbeelden in zinsverband
Deze stof houdt zich goed.
Deze stof houdt zich goed.
Hij is allergisch voor stof.
Hij is allergisch voor stof.
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
We zijn stof en schaduw
We zijn stof en schaduw
Op de woordenboeken ligt niets dan stof, op de mijne tenminste.
Op de woordenboeken ligt niets dan stof, op de mijne tenminste.
Bedenk, mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren
Bedenk, mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren
Als ze je niet ontvangen en niet luisteren naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en stamp het stof van je voeten.
Als ze je niet ontvangen en niet luisteren naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en stamp het stof van je voeten.