Vertaling van weefsel
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
weefsel {zn.}
weefsel {zn.}
weefsel {zn.}
weefsel {zn.}
stof, weefsel {zn.}
stof
weefsel {zn.}
weefsel {zn.}
Deze stof houdt zich goed.
Deze stof houdt zich goed.
Hij is allergisch voor stof.
Hij is allergisch voor stof.
celweefsel, weefsel {zn.}
celweefsel
weefsel {zn.}
weefsel {zn.}
stof , doek, textiel , weefsel {zn.}
stof
doek
textiel
weefsel {zn.}
doek
textiel
weefsel {zn.}
Ze zag zo bleek als een doek.
Ze zag zo bleek als een doek.
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.