Vertaling van zelfstandigheid

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
zelfstandigheid [v] {zn.}
zelfstandigheid [v] {zn.}
zelfstandigheid [v], onafhankelijkheid [v] {zn.}
zelfstandigheid [v]
onafhankelijkheid [v] {zn.}
zelfstandigheid [v], onafhankelijkheid [v] {zn.}
zelfstandigheid [v]
onafhankelijkheid [v] {zn.}
stof, zelfstandigheid [v], materie [v] {zn.}
stof
zelfstandigheid [v]
materie [v] {zn.}
Deze stof houdt zich goed.
Deze stof houdt zich goed.
Hij is allergisch voor stof.
Hij is allergisch voor stof.
stof, spul, substantie [v], zelfstandigheid [v], goedje [o] {zn.}
stof
spul
substantie [v]
zelfstandigheid [v]
goedje [o] {zn.}
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
We zijn stof en schaduw
We zijn stof en schaduw


Gerelateerd aan zelfstandigheid

onafhankelijkheid - stof - materie - spul - substantie - goedje