Vertaling van onderwerp
onderwerp
thema
apropos {zn.}
voorwerp
onderwerp
object
mikpunt {zn.}
onderwerp
subject {zn.}
subject {zn.}
knechten {ww.}
ik knecht
jij knecht
hij/zij/het knecht
ik onderwerp
jij onderwerpt
hij/zij/het onderwerpt
» meer vervoegingen van onderwerpen
onderwerpen {ww.}
ik knecht
jij knecht
hij/zij/het knecht
ik knecht
jij knecht
hij/zij/het knecht
» meer vervoegingen van knechten
punt
onderwerp
thema
item
issue {zn.}
ik onderwerp
jij onderwerpt
hij/zij/het onderwerpt
ik onderwerp
jij onderwerpt
hij/zij/het onderwerpt
» meer vervoegingen van onderwerpen
blootstellen {ww.}
ik stel bloot
jij stelt bloot
hij/zij/het stelt bloot
ik onderwerp
jij onderwerpt
hij/zij/het onderwerpt
» meer vervoegingen van onderwerpen
ik onderwerp
jij onderwerpt
hij/zij/het onderwerpt
ik onderwerp
jij onderwerpt
hij/zij/het onderwerpt
» meer vervoegingen van onderwerpen
kleinkrijgen
bedwingen {ww.}
ik bedwing
jij bedwingt
hij/zij/het bedwingt
ik onderwerp
jij onderwerpt
hij/zij/het onderwerpt
» meer vervoegingen van onderwerpen
Voorbeelden in zinsverband
Je vraagt heeft niks met het onderwerp te maken.
Je vraagt heeft niks met het onderwerp te maken.
Er zijn heel wat boeken over het onderwerp.
Er zijn heel wat boeken over het onderwerp.