Vertaling van item

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
deel, punt, partikel, item, deeltje {zn.}
deel
punt
partikel
item
deeltje {zn.}
We hebben alles voor ons deel gedaan.
We hebben alles voor ons deel gedaan.
Taiwan is geen deel van China.
Taiwan is geen deel van China.
item {zn.}
item {zn.}
detail [o], aspect, item, bijzonderheid [v] {zn.}
detail [o]
aspect
item
bijzonderheid [v] {zn.}
De piloot beschreef de scène tot in detail.
De piloot beschreef de scène tot in detail.
gegeven [o] (het ~), punt [o] (het ~), onderwerp [o] (het ~), thema [o] (het ~), item [o] (het ~), issue [m] (de/het ~) {zn.}
gegeven [o] (het ~)
punt [o] (het ~)
onderwerp [o] (het ~)
thema [o] (het ~)
item [o] (het ~)
issue [m] (de/het ~) {zn.}
Ons thema van de week is: _____.
Ons thema van de week is: _____.
Je vraagt heeft niks met het onderwerp te maken.
Je vraagt heeft niks met het onderwerp te maken.


Gerelateerd aan item

deel - punt - partikel - deeltje - detail - aspect - bijzonderheid - gegeven - onderwerp - thema - issueonderdeel - betekenis