Vertaling van detail

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
detail [o], aspect, item, bijzonderheid [v] {zn.}
detail [o]
aspect
item
bijzonderheid [v] {zn.}
De piloot beschreef de scène tot in detail.
De piloot beschreef de scène tot in detail.
detail, wissewasje [o] (het ~), peuleschil, peanuts, peulenschil [m] (de ~), futiliteit [v] (de ~), onbenulligheid, bijzaak [m] (de ~), beuzelarij, bagatel [m] (de/het ~), allotria, kleinigheid {zn.}
detail
wissewasje [o] (het ~)
peuleschil
peanuts
peulenschil [m] (de ~)
futiliteit [v] (de ~)
onbenulligheid
bijzaak [m] (de ~)
beuzelarij
bagatel [m] (de/het ~)
allotria
kleinigheid {zn.}
detail [o] (het ~), particulariteit, ins en outs, bijzonderheid [v] (de ~) {zn.}
detail [o] (het ~)
particulariteit
ins en outs
bijzonderheid [v] (de ~) {zn.}