Vertaling van aanwenden
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
gebruiken, benutten, aanwenden {ww.}
gebruiken
benutten
aanwenden {ww.}
benutten
aanwenden {ww.}
ik zal aanwenden
jij zult aanwenden
hij/zij/het zal aanwenden
ik zal gebruiken
jij zult gebruiken
hij/zij/het zal gebruiken
» meer vervoegingen van gebruiken
Mag ik dit gebruiken?
Mag ik dit gebruiken?
Ik moet medicijnen gebruiken.
Ik moet medicijnen gebruiken.
toepassen, doorvoeren, in toepassing brengen, aanwenden {ww.}
toepassen
doorvoeren
in toepassing brengen
aanwenden {ww.}
doorvoeren
in toepassing brengen
aanwenden {ww.}
ik zal aanwenden
jij zult aanwenden
hij/zij/het zal aanwenden
ik zal toepassen
jij zult toepassen
hij/zij/het zal toepassen
» meer vervoegingen van toepassen
nemen, gebruiken, pakken, toepassen, bezigen, aanwenden {ww.}
nemen
gebruiken
pakken
toepassen
bezigen
aanwenden {ww.}
gebruiken
pakken
toepassen
bezigen
aanwenden {ww.}
ik zal aanwenden
ik zou aanwenden
jij zult aanwenden
ik zal nemen
ik zou nemen
jij zult nemen
» meer vervoegingen van nemen
Waar kan ik bus nummer 7 pakken?
Waar kan ik bus nummer 7 pakken?
Mag ik dit potlood gebruiken?
Mag ik dit potlood gebruiken?