Vertaling van gebruiken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
gebruiken, benutten, aanwenden {ww.}
gebruiken
benutten
aanwenden {ww.}

ik wend aan
jij wendt aan
hij/zij/het wendt aan

ik gebruik
jij gebruikt
hij/zij/het gebruikt
» meer vervoegingen van gebruiken

Mag ik dit gebruiken?
Mag ik dit gebruiken?
Ik moet medicijnen gebruiken.
Ik moet medicijnen gebruiken.
drinken, gebruiken {ww.}
drinken
gebruiken {ww.}

ik drink
jij drinkt
hij/zij/het drinkt

ik drink
jij drinkt
hij/zij/het drinkt
» meer vervoegingen van drinken

Wij drinken alles.
Wij drinken alles.
Echte mannen drinken thee.
Echte mannen drinken thee.
eten, gebruiken, nuttigen, vreten, bikken {ww.}
eten
gebruiken
nuttigen
vreten
bikken {ww.}

ik bik
jij bikt
hij/zij/het bikt

ik eet
jij eet
hij/zij/het eet
» meer vervoegingen van eten

Taiwanees eten is milder dan Indiaas eten.
Taiwanees eten is milder dan Indiaas eten.
Mensen eten geen mensen.
Mensen eten geen mensen.
gebruiken {ww.}
gebruiken {ww.}

ik gebruik
jij gebruikt
hij/zij/het gebruikt

ik gebruik
jij gebruikt
hij/zij/het gebruikt
» meer vervoegingen van gebruiken

Mag ik dit potlood gebruiken?
Mag ik dit potlood gebruiken?
Mag ik deze fiets gebruiken?
Mag ik deze fiets gebruiken?
gebruik (mv. gebruiken) [o], gewoonte, usance {zn.}
gebruik (mv. gebruiken) [o]
gewoonte
usance {zn.}
gebruik (mv. gebruiken) [o], zede {zn.}
gebruik (mv. gebruiken) [o]
zede {zn.}
gebruik (mv. gebruiken) [o], genot {zn.}
gebruik (mv. gebruiken) [o]
genot {zn.}
aanwending [v], gebruik (mv. gebruiken) [o] {zn.}
aanwending [v]
gebruik (mv. gebruiken) [o] {zn.}
nemen, gebruiken, consumeren, ontfermen, nuttigen {ww.}
nemen
gebruiken
consumeren
ontfermen
nuttigen {ww.}

ik consumeer
jij consumeert
hij/zij/het consumeert

ik neem
jij neemt
hij/zij/het neemt
» meer vervoegingen van nemen

Mag ik jouw telefoon gebruiken?
Mag ik jouw telefoon gebruiken?
Je mag mijn jacht gebruiken.
Je mag mijn jacht gebruiken.
nemen, gebruiken, pakken, toepassen, bezigen, aanwenden {ww.}
nemen
gebruiken
pakken
toepassen
bezigen
aanwenden {ww.}

ik wend aan
jij wendt aan
hij/zij/het wendt aan

ik neem
jij neemt
hij/zij/het neemt
» meer vervoegingen van nemen

Waar kan ik bus nummer 7 pakken?
Waar kan ik bus nummer 7 pakken?
gebruik [o] (het ~), gewoonte [v] (de ~), praktijk [m] (de ~), usus, usantie, mos, geplogenheid {zn.}
gebruik [o] (het ~)
gewoonte [v] (de ~)
praktijk [m] (de ~)
usus
usantie
mos
geplogenheid {zn.}
Gewoonte is een tweede natuur
Gewoonte is een tweede natuur
Je zou er een gewoonte van moeten maken je tanden te poetsen na elke maaltijd.
Je zou er een gewoonte van moeten maken je tanden te poetsen na elke maaltijd.
gebruik (mv. gebruiken) [o] (het ~) {zn.}
gebruik (mv. gebruiken) [o] (het ~) {zn.}
Gebruik alsjeblieft geen Engels.
Gebruik alsjeblieft geen Engels.
Ik gebruik Twitter.
Ik gebruik Twitter.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Mag ik dit gebruiken?

Mag ik dit gebruiken?

Ik moet medicijnen gebruiken.

Ik moet medicijnen gebruiken.

Mag ik dit potlood gebruiken?

Mag ik dit potlood gebruiken?

Mag ik deze fiets gebruiken?

Mag ik deze fiets gebruiken?

Mag ik jouw potlood gebruiken?

Mag ik jouw potlood gebruiken?

Wil je de mijne gebruiken?

Wil je de mijne gebruiken?

Mag ik jouw telefoon gebruiken?

Mag ik jouw telefoon gebruiken?

Je mag mijn jacht gebruiken.

Je mag mijn jacht gebruiken.

Mag ik je telefoon gebruiken?

Mag ik je telefoon gebruiken?

Mag ik jouw telefoon gebruiken?

Mag ik jouw telefoon gebruiken?

Er zijn vele oude gebruiken in Japan.

Er zijn vele oude gebruiken in Japan.

Je mag mijn pen niet gebruiken.

Je mag mijn pen niet gebruiken.

Ik denk dat ze jou gebruiken.

Ik denk dat ze jou gebruiken.

Je mag altijd mijn woordenboek gebruiken.

Je mag altijd mijn woordenboek gebruiken.

Door Tatoeba te gebruiken leert men talen.

Door Tatoeba te gebruiken leert men talen.


Gerelateerd aan gebruiken

benutten - aanwenden - drinken - eten - nuttigen - vreten - bikken - gebruik - gewoonte - usance - zede - genot - aanwending - nemen - consumerenaanwenden - nuttigen - verplaatsen - verrichten - handeling