Vertaling van gebruik

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
gebruik [o], gewoonte, usance {zn.}
gebruik [o]
gewoonte
usance {zn.}
Gewoonte is een tweede natuur
Gewoonte is een tweede natuur
Je zou er een gewoonte van moeten maken je tanden te poetsen na elke maaltijd.
Je zou er een gewoonte van moeten maken je tanden te poetsen na elke maaltijd.
gebruik [o], zede {zn.}
gebruik [o]
zede {zn.}
Gebruik alsjeblieft geen Engels.
Gebruik alsjeblieft geen Engels.
Ik gebruik Twitter.
Ik gebruik Twitter.
gebruik [o], genot {zn.}
gebruik [o]
genot {zn.}
Verboden genot is zoet
Verboden genot is zoet
Dankzij dit is dit spel een absoluut genot om te spelen.
Dankzij dit is dit spel een absoluut genot om te spelen.
gebruik [o], aanwending [v] {zn.}
gebruik [o]
aanwending [v] {zn.}
Ik gebruik Twitter.
Ik gebruik Twitter.
Het oude uurwerk is nog in gebruik.
Het oude uurwerk is nog in gebruik.
gebruik [o] (het ~) {zn.}
gebruik [o] (het ~) {zn.}
Dat is het woordenboek dat ik alle dagen gebruik.
Dat is het woordenboek dat ik alle dagen gebruik.
gebruik [o] (het ~), gewoonte [v] (de ~), praktijk [m] (de ~), usus, usantie, mos, geplogenheid {zn.}
gebruik [o] (het ~)
gewoonte [v] (de ~)
praktijk [m] (de ~)
usus
usantie
mos
geplogenheid {zn.}
De macht der gewoonte is groot
De macht der gewoonte is groot
Uit liefde, gewoonte, mondeling verkeer en daden ontstaan vriendschappen
Uit liefde, gewoonte, mondeling verkeer en daden ontstaan vriendschappen
gebruiken, benutten, aanwenden {ww.}
gebruiken
benutten
aanwenden {ww.}

ik wend aan
jij wendt aan
hij/zij/het wendt aan

ik gebruik
jij gebruikt
hij/zij/het gebruikt
» meer vervoegingen van gebruiken

Mag ik dit gebruiken?
Mag ik dit gebruiken?
Ik moet medicijnen gebruiken.
Ik moet medicijnen gebruiken.
drinken, gebruiken {ww.}
drinken
gebruiken {ww.}

ik drink
jij drinkt
hij/zij/het drinkt

ik drink
jij drinkt
hij/zij/het drinkt
» meer vervoegingen van drinken

Wij drinken alles.
Wij drinken alles.
Echte mannen drinken thee.
Echte mannen drinken thee.
bikken, gebruiken, eten, vreten, nuttigen {ww.}
bikken
gebruiken
eten
vreten
nuttigen {ww.}

ik bik
jij bikt
hij/zij/het bikt

ik bik
jij bikt
hij/zij/het bikt
» meer vervoegingen van bikken

nuttigen, ontfermen, nemen, gebruiken, consumeren {ww.}
nuttigen
ontfermen
nemen
gebruiken
consumeren {ww.}

ik consumeer
jij consumeert
hij/zij/het consumeert

ik nuttig
jij nuttigt
hij/zij/het nuttigt
» meer vervoegingen van nuttigen

gebruiken {ww.}
gebruiken {ww.}

ik gebruik
jij gebruikt
hij/zij/het gebruikt

ik gebruik
jij gebruikt
hij/zij/het gebruikt
» meer vervoegingen van gebruiken

aanwenden, bezigen, nemen, gebruiken, pakken, toepassen {ww.}
aanwenden
bezigen
nemen
gebruiken
pakken
toepassen {ww.}

ik wend aan
jij wendt aan
hij/zij/het wendt aan

ik wend aan
jij wendt aan
hij/zij/het wendt aan
» meer vervoegingen van aanwenden



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Gebruik alsjeblieft geen Engels.

Gebruik alsjeblieft geen Engels.

Ik gebruik Twitter.

Ik gebruik Twitter.

Ik gebruik Twitter.

Ik gebruik Twitter.

Het oude uurwerk is nog in gebruik.

Het oude uurwerk is nog in gebruik.

Dat is het woordenboek dat ik alle dagen gebruik.

Dat is het woordenboek dat ik alle dagen gebruik.

Gebruik niet de lift in geval van brand.

Gebruik niet de lift in geval van brand.

Iedereen zou van zijn stemrecht moeten gebruik maken.

Iedereen zou van zijn stemrecht moeten gebruik maken.

Hij maakte gebruik van het mooie weer om de muur te schilderen.

Hij maakte gebruik van het mooie weer om de muur te schilderen.

De mens is het enige dier dat gebruik maakt van vuur.

De mens is het enige dier dat gebruik maakt van vuur.

Iedere student in ons college kan gebruik maken van de computer.

Iedere student in ons college kan gebruik maken van de computer.

Het is ons gebruik om onze schoenen uit te doen voor we het huis binnengaan.

Het is ons gebruik om onze schoenen uit te doen voor we het huis binnengaan.

Ik maakte gebruik van de verwarring en viel de vijand aan.

Ik maakte gebruik van de verwarring en viel de vijand aan.

Het doeltreffendste middel voor de verspreiding van het Esperanto is het vlotte en elegante gebruik van die taal.

Het doeltreffendste middel voor de verspreiding van het Esperanto is het vlotte en elegante gebruik van die taal.

Als ik Esperanto gebruik met hem, voel ik dat we beiden op hetzelfde peil staan, tenminste als we dat zien uit het oogpunt van taal.

Als ik Esperanto gebruik met hem, voel ik dat we beiden op hetzelfde peil staan, tenminste als we dat zien uit het oogpunt van taal.

Als ik Esperanto gebruik met hem, voel ik dat we beiden op hetzelfde peil staan, tenminste als we dat zien uit het oogpunt van taal.

Als ik Esperanto gebruik met hem, voel ik dat we beiden op hetzelfde peil staan, tenminste als we dat zien uit het oogpunt van taal.


Gerelateerd aan gebruik

gewoonte - usance - zede - genot - aanwending - praktijk - usus - usantie - mos - geplogenheid - gebruiken - benutten - aanwenden - drinken - bikkenhandeling - verplaatsen - aanwenden - nuttigen - verrichten