Vertaling van reinigen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
vegen, schoonmaken, zuiveren, reinigen, louteren {ww.}
vegen
schoonmaken
zuiveren
reinigen
louteren {ww.}

ik louter
jij loutert
hij/zij/het loutert

ik veeg
jij veegt
hij/zij/het veegt
» meer vervoegingen van vegen

Nieuwe bezems vegen schoon.
Nieuwe bezems vegen schoon.
Mary wil het huis vegen.
Mary wil het huis vegen.
doen, kuisen, schoonmaken, afnemen, reinigen {ww.}
doen
kuisen
schoonmaken
afnemen
reinigen {ww.}

ik neem af
jij neemt af
hij/zij/het neemt af

ik doe
jij doet
hij/zij/het doet
» meer vervoegingen van doen

Laten we onze kamer kuisen.
Laten we onze kamer kuisen.
Ik moet onmiddellijk de badkamer kuisen.
Ik moet onmiddellijk de badkamer kuisen.
zuiveren, purifiëren, purificeren, reinigen {ww.}
zuiveren
purifiëren
purificeren
reinigen {ww.}

ik purificeer
jij purificeert
hij/zij/het purificeert

ik zuiver
jij zuivert
hij/zij/het zuivert
» meer vervoegingen van zuiveren



Gerelateerd aan reinigen

vegen - schoonmaken - zuiveren - louteren - doen - kuisen - afnemen - purifiëren - purificerenontdoen - doorwerken