Vertaling van ontdoen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
ontdoen, beroven {ww.}
ontdoen
beroven {ww.}

ik beroof
jij berooft
hij/zij/het berooft

ik ontdoe
jij ontdoet
hij/zij/het ontdoet
» meer vervoegingen van ontdoen

afmaken, ontdoen {ww.}
afmaken
ontdoen {ww.}

ik maak af
jij maakt af
hij/zij/het maakt af

ik maak af
jij maakt af
hij/zij/het maakt af
» meer vervoegingen van afmaken

Ik zal dit werk op een of andere manier afmaken.
Ik zal dit werk op een of andere manier afmaken.
uitschakelen, uitrangeren, ontdoen {ww.}
uitschakelen
uitrangeren
ontdoen {ww.}

ik ontdoe
jij ontdoet
hij/zij/het ontdoet

ik schakel uit
jij schakelt uit
hij/zij/het schakelt uit
» meer vervoegingen van uitschakelen

losmaken, ontdoen {ww.}
losmaken
ontdoen {ww.}

ik maak los
jij maakt los
hij/zij/het maakt los

ik maak los
jij maakt los
hij/zij/het maakt los
» meer vervoegingen van losmaken



Gerelateerd aan ontdoen

beroven - afmaken - uitschakelen - uitrangeren - losmakenverrichten - winnen - weghalen