Vertaling van handelen
handel drijven {ww.}
ik handel
jij handelt
hij/zij/het handelt
ik handel
jij handelt
hij/zij/het handelt
» meer vervoegingen van handelen
handelen
optreden
bezig zijn
te werk gaan
ageren {ww.}
ik ageer
jij ageert
hij/zij/het ageert
ik doe
jij doet
hij/zij/het doet
» meer vervoegingen van doen
handelen
bezig zijn
optreden
te werk gaan
ageren {ww.}
ik ageer
jij ageert
hij/zij/het ageert
ik doe
jij doet
hij/zij/het doet
» meer vervoegingen van doen
handelen {ww.}
ik ga
jij gaat
hij/zij/het gaat
ik ga
jij gaat
hij/zij/het gaat
» meer vervoegingen van gaan
handelen
bezig zijn
optreden
te werk gaan
ageren
tussenkomen {ww.}
ik ageer
jij ageert
hij/zij/het ageert
ik doe
jij doet
hij/zij/het doet
» meer vervoegingen van doen
Voorbeelden in zinsverband
We moeten snel handelen.
We moeten snel handelen.
Laat ons op gewaarschuwde wijze verder handelen
Laat ons op gewaarschuwde wijze verder handelen
het andere deel", zoals in audiatur et altera pars (zie aldaar) of inaudita altera parte: "zonder tegenpartij te hebben gehoord (is rechtvaardig handelen niet mogelijk)
het andere deel", zoals in audiatur et altera pars (zie aldaar) of inaudita altera parte: "zonder tegenpartij te hebben gehoord (is rechtvaardig handelen niet mogelijk)