Vertaling van te werk gaan

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
te werk gaan {ww.}
te werk gaan {ww.}
doen, handelen, optreden, bezig zijn, te werk gaan, ageren {ww.}
doen
handelen
optreden
bezig zijn
te werk gaan
ageren {ww.}
Ik zou een eeuwigheid bezig zijn om alles uit te leggen.
Ik zou een eeuwigheid bezig zijn om alles uit te leggen.
We moeten snel handelen.
We moeten snel handelen.
doen, handelen, bezig zijn, optreden, te werk gaan, ageren {ww.}
doen
handelen
bezig zijn
optreden
te werk gaan
ageren {ww.}
Wat moet ik doen?
Wat moet ik doen?
Laat ons meer doen.
Laat ons meer doen.
doen, handelen, bezig zijn, optreden, te werk gaan, ageren, tussenkomen {ww.}
doen
handelen
bezig zijn
optreden
te werk gaan
ageren
tussenkomen {ww.}
Wat moet ik doen?
Wat moet ik doen?


Gerelateerd aan te werk gaan

doen - handelen - optreden - bezig zijn - ageren - tussenkomenpasseren - rauzen - handelen