Vertaling van schijf

Inhoud:

Nederlands

schijf, snee, snede, plak, moot, sneetje [o], filet [o] {zn.}

schijf
snee
snede
plak
moot
sneetje [o]
filet [o] {zn.}

Mijn harde schijf is bijna vol.

schijf, schietschijf {zn.}

schijf
schietschijf {zn.}

schijf, blok [o], riemschijf, katrolschijf, katrol, hijsblok {zn.}

schijf
blok [o]
riemschijf
katrolschijf
katrol
hijsblok {zn.}

Dom als een blok hout.

Schijf {eigenn.}

plaat, schijf, discus [m] {zn.}

plaat
schijf
discus [m] {zn.}

Zou je eens niet een andere plaat willen opzetten? We luisteren al gedurende twee uren naar deze hier.

schijfschieten {ww.}

ik schiet schijf
ik schoot schijf
jij schiet schijf

ik schiet schijf
ik schoot schijf
jij schiet schijf
» meer vervoegingen van schijfschieten