Vertaling van sleuf

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
gleuf, sleuf, sponning [v] {zn.}
gleuf
sleuf
sponning [v] {zn.}
sleuf {zn.}
sleuf {zn.}
groef, sleuf, gleuf, cannelure {zn.}
groef
sleuf
gleuf
cannelure {zn.}
Hij groef een gat.
Hij groef een gat.
De jongen groef een graf voor zijn hond die gestorven was.
De jongen groef een graf voor zijn hond die gestorven was.
gleuf [m] (de ~), sleuf [m] (de ~) {zn.}
gleuf [m] (de ~)
sleuf [m] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan sleuf

gleuf - sponning - groef - cannelureinkeping - opening