Vertaling van splinter

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
splinter {zn.}
splinter {zn.}
splinter, scherf {zn.}
splinter
scherf {zn.}
splinter [m] (de ~) {zn.}
splinter [m] (de ~) {zn.}
uiteenvallen, splinteren {ww.}
uiteenvallen
splinteren {ww.}

ik splinter
jij splintert
hij/zij/het splintert

ik splinter
jij splintert
hij/zij/het splintert
» meer vervoegingen van splinteren

splinteren {ww.}
splinteren {ww.}

ik splinter
jij splintert
hij/zij/het splintert

ik splinter
jij splintert
hij/zij/het splintert
» meer vervoegingen van splinteren



Gerelateerd aan splinter

scherf - uiteenvallen - splinterendeel - stukgaan