Vertaling van stremmen
stollen {ww.}
ik stol
jij stolt
hij/zij/het stolt
ik strem
jij stremt
hij/zij/het stremt
» meer vervoegingen van stremmen
doen stollen {ww.}
ik strem
jij stremt
hij/zij/het stremt
ik strem
jij stremt
hij/zij/het stremt
» meer vervoegingen van stremmen
schiften {ww.}
ik schift
jij schift
hij/zij/het schift
ik strem
jij stremt
hij/zij/het stremt
» meer vervoegingen van stremmen
ik strem
jij stremt
hij/zij/het stremt
ik strem
jij stremt
hij/zij/het stremt
» meer vervoegingen van stremmen
stremmen {ww.}
ik kaas
jij kaast
hij/zij/het kaast
ik kaas
jij kaast
hij/zij/het kaast
» meer vervoegingen van kazen
ik strem
jij stremt
hij/zij/het stremt
ik strem
jij stremt
hij/zij/het stremt
» meer vervoegingen van stremmen