Vertaling van toerekenen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
wijten, toerekenen, toedichten, toeschrijven, aanrekenen {ww.}
wijten
toerekenen
toedichten
toeschrijven
aanrekenen {ww.}
toerekenen
toedichten
toeschrijven
aanrekenen {ww.}
ik zal aanrekenen
ik zou aanrekenen
jij zult aanrekenen
ik zal wijten
ik zou wijten
jij zult wijten
» meer vervoegingen van wijten
Ongeacht wat het excuus is, hij is te wijten.
Ongeacht wat het excuus is, hij is te wijten.
toerekenen, betichten, inculperen, beschuldigen {ww.}
toerekenen
betichten
inculperen
beschuldigen {ww.}
betichten
inculperen
beschuldigen {ww.}
ik zal beschuldigen
jij zult beschuldigen
hij/zij/het zal beschuldigen
ik zal toerekenen
jij zult toerekenen
hij/zij/het zal toerekenen
» meer vervoegingen van toerekenen
toeschrijven, toerekenen {ww.}
toeschrijven
toerekenen {ww.}
toerekenen {ww.}
ik zal toerekenen
ik zou toerekenen
jij zult toerekenen
ik zal toeschrijven
ik zou toeschrijven
jij zult toeschrijven
» meer vervoegingen van toeschrijven