Vertaling van van tijd tot tijd
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
af en toe, bij tijd en wijlen, bij wijlen, nu en dan, van tijd tot tijd {bw.}
af en toe
bij tijd en wijlen
bij wijlen
nu en dan
van tijd tot tijd {bw.}
bij tijd en wijlen
bij wijlen
nu en dan
van tijd tot tijd {bw.}
tijdrekken {ww.}
tijdrekken {ww.}
ik rek tijd
ik rekte tijd
jij rekt tijd
ik rek tijd
ik rekte tijd
jij rekt tijd
» meer vervoegingen van tijdrekken
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Ja, het gebeurt van tijd tot tijd.
Ja, het gebeurt van tijd tot tijd.
We gaan van tijd tot tijd vissen.
We gaan van tijd tot tijd vissen.
We gaan van tijd tot tijd vissen.
We gaan van tijd tot tijd vissen.