Vertaling van verdikken
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
verdikken, aandikken {ww.}
verdikken
aandikken {ww.}
aandikken {ww.}
ik dik aan
jij dikt aan
hij/zij/het dikt aan
ik verdik
jij verdikt
hij/zij/het verdikt
» meer vervoegingen van verdikken
Je zal verdikken als je zoveel eet.
Je zal verdikken als je zoveel eet.
verdikken {ww.}
verdikken {ww.}
ik verdik
jij verdikt
hij/zij/het verdikt
ik verdik
jij verdikt
hij/zij/het verdikt
» meer vervoegingen van verdikken
verdikken, stollen {ww.}
verdikken
stollen {ww.}
stollen {ww.}
ik stol
jij stolt
hij/zij/het stolt
ik verdik
jij verdikt
hij/zij/het verdikt
» meer vervoegingen van verdikken
verdikken, aandikken {ww.}
verdikken
aandikken {ww.}
aandikken {ww.}
ik dik aan
jij dikt aan
hij/zij/het dikt aan
ik verdik
jij verdikt
hij/zij/het verdikt
» meer vervoegingen van verdikken
aankomen, verdikken {ww.}
aankomen
verdikken {ww.}
verdikken {ww.}
ik kom aan
jij komt aan
hij/zij/het komt aan
ik kom aan
jij komt aan
hij/zij/het komt aan
» meer vervoegingen van aankomen
De brief zal morgen aankomen.
De brief zal morgen aankomen.
Ik wil weten wanneer mijn bagage zal aankomen.
Ik wil weten wanneer mijn bagage zal aankomen.