Vertaling van vergissing

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
vergissing [v] (de ~), verwarring, abuis [o] (het ~) {zn.}
vergissing [v] (de ~)
verwarring
abuis [o] (het ~) {zn.}
Een onschuldige man was bij vergissing opgepakt.
Een onschuldige man was bij vergissing opgepakt.
Het zou, inderdaad, een vergissing kunnen zijn.
Het zou, inderdaad, een vergissing kunnen zijn.
vergissing {zn.}
vergissing {zn.}
Het ongeval is het gevolg van een simpele vergissing.
Het ongeval is het gevolg van een simpele vergissing.
fout [v], vergissing [v], dwaling [v], abuis [o] {zn.}
fout [v]
vergissing [v]
dwaling [v]
abuis [o] {zn.}
Fout.
Fout.
Mijn fout.
Mijn fout.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Een onschuldige man was bij vergissing opgepakt.

Een onschuldige man was bij vergissing opgepakt.

Het zou, inderdaad, een vergissing kunnen zijn.

Het zou, inderdaad, een vergissing kunnen zijn.

Het ongeval is het gevolg van een simpele vergissing.

Het ongeval is het gevolg van een simpele vergissing.


Gerelateerd aan vergissing

verwarring - abuis - fout - dwalingafdwaling - gedachte