Vertaling van verlossen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
bevallen, verlossen {ww.}
bevallen
verlossen {ww.}
verlossen {ww.}
ik beval
jij bevalt
hij/zij/het bevalt
ik beval
jij bevalt
hij/zij/het bevalt
» meer vervoegingen van bevallen
Ik hoop dat het u zal bevallen.
Ik hoop dat het u zal bevallen.
Afgelopen week is ze bevallen van een mooie dochter.
Afgelopen week is ze bevallen van een mooie dochter.
verlossen {ww.}
verlossen {ww.}
ik verlos
jij verlost
hij/zij/het verlost
ik verlos
jij verlost
hij/zij/het verlost
» meer vervoegingen van verlossen
bevrijden, vrijmaken, vrijlaten, verlossen, loslaten, afhelpen {ww.}
bevrijden
vrijmaken
vrijlaten
verlossen
loslaten
afhelpen {ww.}
vrijmaken
vrijlaten
verlossen
loslaten
afhelpen {ww.}
ik help af
jij helpt af
hij/zij/het helpt af
ik bevrijd
jij bevrijdt
hij/zij/het bevrijdt
» meer vervoegingen van bevrijden
De waarheid zal jullie bevrijden
De waarheid zal jullie bevrijden
Ik vroeg om een afspraak maar hij kon geen tijd voor me vrijmaken.
Ik vroeg om een afspraak maar hij kon geen tijd voor me vrijmaken.