Vertaling van verspijkeren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
verspijkeren, vertimmeren {ww.}
verspijkeren
vertimmeren {ww.}
vertimmeren {ww.}
ik verspijker
jij verspijkert
hij/zij/het verspijkert
ik verspijker
jij verspijkert
hij/zij/het verspijkert
» meer vervoegingen van verspijkeren
verbouwen, vertimmeren, verspijkeren {ww.}
verbouwen
vertimmeren
verspijkeren {ww.}
vertimmeren
verspijkeren {ww.}
ik verbouw
jij verbouwt
hij/zij/het verbouwt
ik verbouw
jij verbouwt
hij/zij/het verbouwt
» meer vervoegingen van verbouwen
We verbouwen tarwe hier.
We verbouwen tarwe hier.